Het was gisterennacht erg laat (2.30) dus opstaan ging vanochtend niet zo heel erg vanzelfsprekend, maar de wekker was onverbiddelijk en ging dan ook om half negen precies. Na wat kreunen en steunen, een goede douche en een Starbucks koffie gingen we fris op weg naar onze volgende bestemming: Springdale.
We hebben de toeristische route genomen omdat we een klein park in de buurt van Vegas willen zijn, genaamd: Valley of fire. Via Lake Mead en fantastische uitzichten komen we na ruim anderhalve uur rijden aan bij dit geweldige park.
Het is duidelijk waarom het de Valley of Fire heet want alle rotsen zijn daar vuurrood. Na een kwartier in het park te hebben gereden komen we aan bij een trail, die we besluiten af te lopen. We zitten nog steeds in de staat Nevada en de temperatuur is ruim 40 graden, ze hebben niet even een asfalt laagje over het mulle zand heen gelegd, dus het was een flinke wandeling van, heen en terug, bijna 2 kilometer. Maar het was het helemaal waard.
Na deze zweterige bedoening zijn we verder gereden en zijn we blij dat we airco hebben.Verder het park in brengt ons in een gebied wat we nog nooit gezien hebben. Zo ruig, bijna on-aards. Als er een dinosaurus was komen aanlopen had het ons geen eens verbaasd.
Het is inmiddels al een uur of 2 ‘s middags en we zijn nog maar ruim 60 mile van Las Vegas verwijdert en hebben we nog 140 mile te rijden. Dus we besluiten om de highway te nemen om wat snelle kilometers te maken. Via de staat Arizona komen we uiteindelijk aan in de staat Utah en is het meteen een uur later, want we hebben zojuist een tijdzone doorkruist.
Utah is de staat van de Mormonen, we vertellen daar morgen meer over, maar ze staan bekend om hun strikte regels aangaande drank en tabak (althans buitenshuis), dus hadden we in de staat Nevada (waar zo’n beetje alles mag wat onze lieve heer verboden heeft) wat drank en tabak ingeslagen. Overigens de eerste pomp die we tegenkomen heeft een speciale koelkamer met alleen maar drank….hmmm.
Uiteindelijk komen we rond een uur of 6 aan in Springdale. Het dorpje is bijna idyllisch, met allemaal dezelfde bouwstijl, geen rommel aan de kant van de weg, noem maar op. Het dorpje is eigenlijk maar 1 weg en aan het einde van de weg, vlak voor Zion National Park, ligt ons hotel de Desert Pearl Inn. Ook dit hotel is net zo perfect als de rest van het dorpje. Vanuit ons balkon zien we de rivier de Virgin stromen en kijken we uit op het machtige Zion park. Zeg nou zelf…wat een uitzicht.
Na wat werken aan de blog, een biertje en een frisse douche zijn we naar een restaurant gelopen en hebben heerlijk gegeten. Het dorpje is redelijk duf, dus zijn we naar het hotel gelopen en hebben nog wat TV gekeken en zijn we rond een uur of 12 gaan slapen.
Helaas zijn we niet zo tevreden over ons nieuwe fototoestel, dus de foto’s zijn niet geweldig. Zodra we thuis zijn, maar flink aan de slag met photoshop.