Terwijl we door de woestijn heen over de Interstate 10 Westbound richting San Diego razen, schrijf ik dit verhaal over ook een reisdag, de dag dat we naar Tucson reden door het mooie Arizona.
Voordat ik ooit in Arizona was geweest zou ik het omschrijven als een enorme vlakke woestijnstaat met veel Indianen en Mexicanen en in het noordwesten een enorm gat waardoor de Colorado rivier stroomt. Maar onderhand weet ik wel beter en we waren dan ook niet verrast dat de vlakke desolate omgeving bij Holbrook al snel werd vervangen een geweldige mooie route door de White Mountains in het Apache reservaat. Al slingerend omhoog en omlaag om de rivier over te steken om verder slingerend de volgende groen begroeide berg over te steken.
Wat ons dan wel weer verbaast is hoe keurig de dorpen zijn in dit gebied. Ik weet dat het politiek incorrect is, maar hier wonen nou eenmaal veel Indianen en Mexicanen en vaak zijn de dorpen waar ze wonen slordig en vergaan. Maar de bergketen komen we aan in het dorpje Snowflake en dat ziet er zeer strak georganiseerd uit. Overigens moesten we natuurlijk wel hartelijk lachen om de naam van het dorp terwijl we ons afvragen wanneer de inwoners voor het laatst hier een sneeuwvlok hebben gezien, als ze dat überhaupt al hebben gezien.
En zo verloopt deze vijf uur durende rit vlot en snel mede door het steeds veranderende landschap. Was deze nog eerst groen en bergachtig, nu begint het toch echt plaats te maken voor woestijnachtige taferelen. Zoals verwacht natuurlijk. Want we rijden steeds zuidelijker, de temperatuur wordt steeds hoger, de normale vegetatie als bomen en struiken worden steeds kleiner en de cactussen steeds groter en groter. En zo komen we tegen een uur of twee aan in de enorme woestijnstad Tucson aan en niet veel later aan bij ons hotel; the Arizona Inn. Daadwerkelijk een oase midden in de woestijn en het beroemdste hotel van de stad.
Het hotel is een klein resort dat al sinds 1930 bestaat en vele filmsterren en politici hebben hier geslapen, waaronder President Roosevelt gedurende zijn 1932 campagne. Al slingerend daar kleine parkjes, langs de tennisbaan en andere sportieve mogelijkheden worden we begeleid naar ons meer dan uitstekende hotelkamer, waar we ons snel omkleden om nog maar 1 ding te doen vanmiddag; in de schaduw aan het zwembad te liggen. Want waar ik het nog niet specifiek over heb gehad is de temperatuur. Deze is namelijk opgelopen tot 41 graden en dat is nou niet een temperatuur waar je iets bij gaat doen. Door de extreem lage vochtigheid is het uit te houden, maar daarmee is ook alles gezegd.
En zo brengen we de middag en het begin van de avond door om vervolgens ons op te gaan frissen voor het avondprogramma. Downtown is te ver om te lopen, dus we laten ons door een taxi afzetten op 4th Avenue, de straat, die samen met Congress, het avondleven van Tucson dicteert. Maar ja, het is dinsdagavond, nou niet echt een stapavond in deze studentenstad, dus de eerste kroeg die we aandeden, IBT’s, was dan ook bijna leeg. Via tripadvisor hadden we een goede Indiaas Restaurant gevonden genaamd Penca en daar sjokken we langzaam door de hitte naar toe. Om negen uur ’s avonds is het nog steeds 36 graden, maar het was de flinke wandeling waard want we hebben heerlijk gegeten. Ruim een uur later sjokken we langzaam terug om nog wat kroegen aan te doen en tegen een uur ons door de taxi thuis te laten brengen. En als we iets later gaan slapen is het buiten nog steeds 33 graden. Dat wordt wat morgen, want de voorspellingen geven aan dat het nog warmer gaat worden.
Helaas geen foto’s van deze dag.
Ik zie en lees dat jullie weer ultiem genieten !!
Houwen zo en nog heel veel plezier !
Groeten,
Harry