Het is half zeven ‘s avonds op vrijdag, onze laatste dag is Seattle. Ik lig heerlijk in onze suite in bed even uit te rusten van weer een drukke dag. We hebben wat achterstand in het bijhouden van deze webblogs. Ik ga me proberen te herinneren wat er drie dagen geleden allemaal hebben beleefd op onze reisdag naar Spokane.
We hebben een lange dag voor de boeg. 490 miles, meer dan 700 kilometer. Een ritje vergelijkbaar van Deventer naar Praag. Eigenlijk zijn we op weg naar Seattle, aan de kust, maar dat is niet te rijden in een dag. Vandaar onze noodzakelijke tussenstop in Spokane op ongeveer 2/3 van de totale afstand tussen West Yellowstone naar Seattle.
We hadden de wekker om zeven uur gezet en zaten rond acht uur te genieten van een lekker ontbijtje bij Running Bear Pancake House in het dorpje zelf. Het was al behoorlijk druk. We hebben weer lekker eieren en vette toast naar binnen gewerkt en gingen op weg naar Spokane. De route ging over de US 191 richting Boseman ongeveer 90 mile. Een prachtige weg langs Yellowstone noord naar de aansluiting met de Interstate 90 die ons 400 miles naar het westen door Idaho naar Spokane in de staat Washington. Een voordeel, de klok konden we weer een uur terugzetten omdat we van Mountain time overgingen naar Pacific time. Daardoor zouden we volgens de navigatie tegen vieren aankomen. Over de rit zelf valt niet veel te vertellen. In Montana was het landschap een lange tijd licht glooiend, wat het prima te rijden maakt, de temperatuur zat tegen de dertig graden aan en schoten we lekker op. Gemiddeld reden we 70 miles per uur. De auto reed heerlijk en Ramon was naast me de weblog van Yellowstone aan het tikken.
Naarmate we dichter bij de state Idaho kwamen werd de I90 bochtiger en moesten we meer klimmen en dalen. Ramon heeft de laatste 120 miles naar Spokane gereden, en de navigator had het goed ingeschat, tegen vieren kwamen we aan bij ons hotel het Montvale Hotel. Een goede keus. Het hotel lag hartje centrum van een redelijk grote stad ongeveer twee keer zo groot als Deventer. Bijzonder om te vermelden is dat in 1974 de wereld tentoonstelling er gehouden is. Onze kamer was meer dan goed, lekker groot met een aparte zitgedeelte die af te sluiten was van de slaapkamer. Ramon, die het laatste drukke stuk heeft gereden was behoorlijk moe, maar ik wist hem toch nog te overtuigen om een biertje te drinken in de kroeg naast het hotel ter ontspanning. Na twee Bud(weiser) lights, ons biertje in de states, zijn we terug gegaan naar de hotel kamer, Ik ben even een uurtje gaan pitten, en Ramon heeft met de receptionist van het hotel wel een uur geprobeerd om de internet verbinding aan de praat te krijgen. Wat uiteindelijk wel gelukt is. Tegen achten zijn we wat gaan eten in het restaurant naast het hotel vanwaar de naam zijn vergeten.
De inrichting, sfeer en bediening was uitstekend, het eten was niet slecht maar we vonden het beiden niet echt lekker. Na het eten zijn we naar de lokale gaybar gelopen, een blok verderop waar we toevallig nog twee andere Nederlanders uit Rotterdam tegen kwamen. We hadden ze al eerder gezien, want ze bleken in hetzelfde hotel te zitten. De receptionist zei al dat het bijzonder was dat er, naar zijn weten, nog nooit Nederlanders in het hotel waren geweest, en nu opeens twee stellen tegelijk. We hebben met de Nederlanders een uurtje wat reiservaringen uitgewisseld. Zij gingen al vroeg naar het hotel terug, en wij zijn nog naar een andere bar gelopen waar een Karaoke aan de gang was. We hebben daar nog wat Budlights naar binnen gewerkt, nog wat verhalen aangehoord van de lokale bevolking en tegen tweeën zijn we naar het hotel terug gelopen en gaan slapen.