Zoals we gisteren hoog op die berg tot een plan zijn gekomen, komt dat vandaag tot een vaststaand feit. Wij efficiënte Nederlanders houden van to-the-point. Is het besluit genomen, dan doen we dat. En na het prima ontbijt wil ik best even wachten, voor iedereen, om met het hotel af te rekenen. De ietwat oudere dames, die voor me stonden, waren in het standaard uniform gekleed en het duurde allemaal wat langer, maar uiteindelijk trok de oudste dame in uniform haar portemonnaie en koos 1 van haar drie creditcards om het verblijf van 12 van haar mede-reisgenoten te betalen. Waarom schrijf ik dit? Omdat de ironie hilarisch is. Want het uniform is het gewaad van nonnen, ik vind er wat van dat iemand die afstand doet van alle wereldse geneugten, afstand doet van alle bezittingen, toch drie creditcards in haar bezitting heeft. Maar oh de ironie, ze rekent af in het hotel genaamd: Hell, waar zelfs wij even van dachten; moeten we dit hotel wel boeken.
Vandaag is het vrijdag en net als in Nederland blijkt hier de vakantie te eindigen en dat veroorzaakt vanaf Ortisei tot onze eindbestemming veel hinder, waar we eigenlijk geen rekening mee hebben gehouden. Maar de hinder wordt niet alleen veroorzaakt door de vele auto’s op de weg, maar meer door de Italianen zelf, want de hij/zij/onzijdig/neutraal chauffeurs zijn op geen enkele wijze een persoon in het verkeer, sterker het zijn soms psychopaten die vooral gevaarlijk zijn gedurende de momenten waar er geen file is en je met hoge snelheden links, rechts en het liefst overheen ingehaald wordt. Zoals Obelix ooit citeerde: Rare jongens die Romeinen.
Maar ondanks alle files en medeweggebruikers weten wet toch onze eindbestemming te bereiken; Bologna, de culinaire hoofdstad van Italië. En we hebben een geweldig ruim appartement midden in de stad, niet ver van de twee schuine torens, maar daar morgen meer over.
Het temperatuurtje is geweldig, lage twintigers, een goed moment om al slenterend de stad te verkennen. Het is de 21e eeuw, maar Bologna straalt aan alles uit dat het net zo goed anno de middeleeuwen kan zijn. We worden gewoon in dat tijdperk gezogen, waar alles simpeler was dan de huidige tijd. En zo drinken we bierra en vino al genietend van deze stad. En dan breekt ook de tijd aan dat we de culinaire hoofdstad van dit land moeten in gaan wijden. En dat kan alleen maar betekenen om spaghetti Bolognese te nuttigen. Toch?
Nee!
Want in de stad van de meest eenvoudige, tomaten-gehakt, saus is het: Tagliatelle al ragù alla Bolognese. Dus iedereen die spaghetti bolognese eet, doet het niet goed. En we beloven plechtig dat we nooit meer anders zullen eten. Nu ben ik in het bezit van een zeer goede kok, wiens saus niet onder doet voor de saus van de saus van La Taverna Di Roberto, het moet zo zijn, is er vanaf vandaag een verbeterpuntje dus.
En naast een uitstekend restaurant, is het er ook gezellig en verblijven we hier de rest van deze eerste avond in het bijzondere Bologna om uiteindelijk 200 meter te wandelen naar ons appartement, waar we al snel in diepe slaap vallen.
Overigens bovenstaande foto is daadwerkelijk een foto van het gerecht wat we beiden hebben genuttigd.
Ik vind daar ook wat van. Maar ik vind daar altijd wat van als atheïst zijnde ;)).
Graag verneem ik het correcte recept van de Tagliatelle al ragù alle Bolognese!
Bacio!