Het valt niet allemaal goed hier. Het dorpje Gatlinburg, het hotel, maar ook het eten bij Robert. Niks ernstigs allemaal, maar bijzonder onhandig als je een trail wilt van 8 mile wil gaan hiken en dat is nou juist wat we van plan zijn vandaag. Na een minimaal ontbijtje proberen we het toch, door in ieder geval bepakt, bezakt inclusief hiking poles op weg te gaan het national park Great Smokey Mountains. En naarmate we dichterbij onze stop komen lijkt het een en ander ook te stoppen bij Robert dus op de grens tussen de staten Tennessee en North Carolina bereiden we ons helemaal voor door de rugzakken om te doen, de trailrunners aan, voldoende water en proviand en voor de zekerheid toch ook maar een rolletje in de rugzak gestopt.
Het weer is eigenlijk perfect en typerend voor dit national park. Gelukkig geen regen, maar wel heel vochtig want smoky staat in dit geval voor mistig en mistig is het. En zo beginnen we deze 8 mijl oftewel 12,8 kilometer lange trip naar Charles Bunion. Een trip die ons de eerste 2 mijl brengt over de legendarische Appalachian Trail. Een hike die begint in in het Noorden in Maine en na 3500 kilometer eindigt in de staat Georgia en alle 13 originele staten van de Verenigde Staten verbind. Een soort van Pieterpad, maar dan op z’n Amerikaans. Nu zijn wij geenszins van plan de 3500 km ooit te lopen, maar vinden het toch bijzonder dat we 3,2 kilometer nu kunnen afleggen. En we zijn ook op een andere manier onder de indruk, want al snel trekken we onze jasjes uit want het is behoorlijk klimmen. Om je een indruk te geven; in die 3.2 kilometer klimmen we ongeveer 360 meter. Dat is toch 40 meter meer dan de hoogste “berg” van Nederland.
En al is het mistig en kunnen we niet ver van ons afkijken, toch geeft het het maximale Great Smoky Mountains gevoel. Het is soms zelfs zo mistig dat het er allemaal wat spooky aanvoelt en verwachten we eigenlijk dat de spin Aragog van de Harry Potter reeks zo aankomt lopen. Wat natuurlijk onzin is, maar toch zijn we een beetje op onze hoede. Want we lopen toch in het gebied met de meeste bruine beren in de Verenigde Staten. Na een behoorlijk steile afdaling, die steiler was dan de net afgeronde klim en een nieuwe korte klim komen we uiteindelijk bij de rots formatie Charlies bunion. Genaamd naar een van de grondleggers van dit nationale park Charlie Conner, die vond dat de rotsformatie leek op zijn pijnlijke rode en ontstoken zwellingen aan de zijkant van zijn grote teen (in het engels bunion). Alhoewel niet zo smakelijk is deze rotsformatie toch één van de meest gefotografeerde rotsen uit dit gebied. Het is dan ook de meest populaire hike in het meest populaire nationale park van dit land. Dit komt niet door zijn opvallende schoonheid, maar vooral door de ligging dicht bij heel veel dichtbevolkte staten en steden.
Het mag dan de populairste hike zijn in the Great Smoky Mountains, wij hebben er niets van gemerkt. Want onderweg zijn we nauwelijks mensen tegengekomen behalve de twee jongens van begin twintig waarmee we toevallig tegelijkertijd aan de hike zijn begonnen. Maar bij de bunion treffen we toch een handvol mensen aan, die met z’n allen wachten op de zon die mist moet verdrijven. En dan kom je boven de berg toch weer Nederlanders tegen, waar we leuk meepraten en ervaringen uitwisselen over de diverse Amerika vakanties die we beide hebben gemaakt. En als het dan de zon ook lukt om de mist hier en daar te verdrijven en we de gelegenheid krijgen om de zo bekende plaatjes te maken van dit park kunnen we voldaan beginnen aan de terugreis. Maar nu in omgekeerde volgorde. En waar we eerst steill afdaalden moeten we nu toch fors klimmen en dan begint leeftijd toch mee te tellen, want Robert had daarvoor toch echt de hiking poles nodig waar ik soepel en handig al balancerend de glibberige rotsformaties weet te trotseren (hier leest u natuurlijk het voordeel die de schrijver van een verhaal zich kan toe eigenen 😃). Maar als we uiteindelijk na vier en halve uur tegelijkertijd terugkeren met eerdergenoemde twintig jarige jongens, dan zijn we beide natuurlijk trots op onszelf.
En het was nog niet over, want we hebben nog wat tijd over. Tijd die we willen gebruiken om naar één van de het hoogste punten ten oosten van de Mississippi te klimmen. Niet zo heldhaftig als bij het hoogste punt ten westen de Mississippi (en van heel continentaal VS) Mount Whitney vorig jaar, maar toch, die halve mijl was behoorlijk pittig naar Clingmans Dome zeker nu de zon de hemel volledig heeft overgenomen. Uiteindelijk leverde het minder mooie plaatjes op die de inspanning verdiende en begon de inspanning van beide hikes ons gestel heel langzaam over te nemen. Tijd om terug te keren naar “Gat”linburg. Ik was te moe om te rijden, dus Robert reed een half uurtje terug om daar volledig op bed te storten, terwijl ik daar juist weer wat wakkerder werd.
Maar beide waren nog steeds na het opfrissen moe. Te moe om besluiten te kunnen nemen en daarom volledig uit gemak naar hetzelfde restaurant van gisteren sjokten en heerlijk hebben gegeten. Nadat we de spieren een kwartier opstarttijd hebben gegeven sjokken we weer terug richting het hotel om nog een kroeg aan te doen. Maar net als in het begin van het verhaal; “Gat”linburg valt niet goed en terwijl ik dit schrijf weten we ook waarom en ook bij Robert valt het weer niet helemaal lekker en besluiten we deze avond te eindigen in onze hotelkamer waar Robert al binnen een half uur ligt te snurken en ik niet meer dan een uur later.
Ja er waren wat kleine tegenslagen vandaag en die heb ik benoemd, maar laat duidelijk zijn dat dit een absolute topdag was.
Wat jammer van die kleine tegenslagen. Maar wat een prachtig gebied, zag al op andere Social Media al mooie plaatsjes voorbij schieten. Fijn dat de zon de mist oplostte, zodat je in ieder geval eea kon zien. Op naar het volgende avontuur en snel weer de oude worden daaro.