De Film: Cadillac Ranch
We nemen een oude rijke, knotsgekke, miljonair… Verder nemen we een 7-tal oude Cadillacs en die zetten we vervolgens schuin op de kop in de grond…. En zo is een monument geboren en past het prima bij andere Route 66 prullaria. Als je dan ook nog een spuitbusje gevuld met verf hebt, kan je je namen er op vastleggen: Robert & Ramon were here!
Iets eerder dan de laatste tijd zaten we rond een uur of 9 op de snelweg en al snel gingen we er al weer van af om de Cadillac Ranch te bekijken. De Cadillac ranch is een initiatief van een van de lokale rijke excentrieke inwoners en is eigenlijk niets meer dan 10 Cadillacs met de neus in de grond geboord. Het ziet er wel erg leuk uit, zeker omdat alle Cadillacs voorzien zijn van graffiti. Een geluk voor ons stonden er nog wat volle verfspuitbussen, zodat wij ons ook daar onsterfelijk konden maken (zie ook het filmpje).
Na deze stop gingen we de snel weg al weer op en wederom al snel weer af, omdat we een cattle ranche voorbij kwamen. Tja, je bent in Texas, dus ook daar wil je foto´s van. Zo gezegd, zo gedaan en het blijft een bijzonder gezicht al die koeien en kalveren. Ze zien er snoezig uit, maar ze staan op het punt om naar de slacht te gaan om geconsumeerd te worden door één of andere Texaan.
Na een goeie 50 kilometer op de snelweg, besloten we om Route 66 weer te gaan volgen. Helaas hebben we een saai gedeelte gekozen, behalve dan de stier die we onderweg tegen kwamen. Blijkbaar was hij uitgebroken en lag tegen een rots te rusten. Ondanks dat hij aan het rusten was, zag hij er verre van vriendelijk uit. We waren bliij dat we in de auto zaten, want deze stier kon snel veranderen in woest geprikkelde rodeo stier uitbarsten. Althans, dat vonden wij. Bepaal zelf je mening.
Voor het eerst hebben we gekozen voor een bed & breakfast. Deze B&B is gevestigd in een monumentaal Victoriaans pand en ziet er van binnen geweldig uit.
Nadat we onze koffers hadden gedumpt, zijn we naar downtown gelopen ondanks de 36 graden Celcius. Het is wel warm maar de lucht is zo droog dat we er relatief weinig last van hadden.
Albuquerque en New Mexico was vroeger Mexicaans grondgebied, maar na de Mexicaanse oorlog rondom 1850 in handen gekomen van de VS (met nog een paar andere staten). De Mexicaanse invloeden in de stad zijn dan ook duidelijk aanwezig. Central Avenue is een aardig winkel gebied, maar niet heel erg bijzonder. Daarom hebben we besloten om naar Old Town te lopen. Volgens de Lonely Planet een wandeling van slechts een halve mijl. Je raadt het al; het was meer dan een mijn en dan is 36 graden toch wel erg warm (dit is overigens de eerste keer dat de Lonely Planet ons in de steek heeft gelaten). Dus na 45 minuten kwamen we daadwerkelijk aan in Old Town. Ook dit was niet heel erg bijzonder, maar je waant je wel even terug in de tijd met alle kleurrijke huisjes, winkeltjes en kerkjes.
Vanwege de eerdere ervaring hebben we de taxi maar gepakt om terug te gaan naar onze B&B. Daar aangekomen, bleek de eigenaresse ook aanwezig te zijn en daar hebben onder genot van een glas wijn een lange tijd mee gesproken.
’s Avonds zijn we op aanraden van de eigenaresse met de taxi naar de wijk Nob Hil gegaan. Een ritje van ruim 20 minuten (uitgestrekte steden). Nob Hil is de wijk rondom de universiteit van New Mexico en wordt gezien als de uitgaanswijk met voldoende keuze uit restaurants en barretjes. Wij hebben gekozen voor Zinc. Een aardig ding en niet slecht gegeten, wel over-priced. Maar dat valt zo-ie-zo op in Albuquerque; alles is hier duur.
We waren nog van plan om naar een bar iets verder weg te gaan per taxi, maar de taxi kwam domweg niet opdagen. Na nog een keer opgebeld te hebben en weer 20 minuten voor niets te staan wachten zijn we maar naar eerdergenoemd restaurant gelopen om te vragen of zij wilden bellen. Dat wilde ze wel doen, maar de serveerster die ons geholpen had stond op het punt zelf naar huis te gaan en zij heeft ons dus ons teruggebracht. Bijzonder en zeer aardig. Rond middernacht lagen we in ons Victoriaans mandje.