En daar waar je om 8 uur ’s ochtends op het vliegveld in Nederland in de buurt van Amsterdam staat, sta je ongeveer op hetzelfde tijdstip de volgende dag, op een ander continent, in een andere tijdzone, op een heel ander vliegveld, in een compleet andere wereld, op Kansai International Airport; het vliegveld van Osaka in Japan. Tussen die twee momenten is er veel gebeurd waaronder twee geweldige vluchten, een tussenlanding op Frankfurt, de kennismaking met de Deutsche Grüntlichkeit die blijkbaar ook in de lucht bestaat, het passeren van een dag die eens een keer minder lang duurt dan 24 uur en gelukkig ook de nodige slaapmomenten die het reizen zo veel aangenamer maakt.
En dan begint het grote ontdekken, die in het begin verrassend veel lijkt op onze startmomenten in de Verenigde Staten want ook hier kom je niet zo maar het land in, alhoewel de grimmige hoofden van de bewakers hier meerendeel niet zichtbaar zijn vanwege de gedragen mondkapjes. Maar nadat onze vingerafdrukken en tronies ook in de database van het keizerrijk Japan zijn opgeslagen mogen we toch relatief vlot het land in om vervolgens in een indrukwekkend kort uurtje Japan wijs weten te worden en cash, data, onze luxe tienertourkaarten, reserveringen voor een aankomende treinreis, metrokaarten en een Burger King burger weten te regelen dan wel te verorberen. Indrukwekkend omdat ondanks de aanwezige Engelse ondertitels en de welwillende gebrekkig Engels sprekende Japanners de verpletterende hoeveelheid aan Japanse tekens meer lijkt op een enorm bord vol met noedels met hier en daar nummer vermicelli dan dat het ons wat zegt.
Maar het lukt allemaal wel en vooral vanwege onze dataplan in combinatie met Apple kaarten komen we via een uur lange metrorit en een kilometer lange wandeling aan bij ons eerste hotel om daar onze koffers af te kunnen geven, want pas over een uur of 5 mogen we de kamer op. Nu hebben we onszelf plechtig beloofd het deze vakantie het eens wat rustiger aan te doen en die belofte weten we meteen al te verbreken door te besluiten een flinke wandeling te gaan maken naar Osaka Castle. Een wandeling van bijna een uur, die door de zichtbare zon zeer aangenaam is en een hoeveelheid aan nieuwe indrukken geeft want het is echt een andere wereld hier. Uiteindelijk komen we aan bij Osaka Castle; een indrukwekkend complex waar we beide naar zaten te kijken al wachtend op Bowser die prinses Peach heeft ontvoerd en met hand en tand wil voorkomen dat Mario haar weet te bevrijden.
Uiteraard gebeurt dat niet; we weten echt wel dat Bowser, prinses Peach en Mario niet echt zijn, net zoals Osaka Castle. Want het originele kasteel is gedurende de tweede wereld oorlog behoorlijk plat gebombardeerd, maar deze replica geeft een goed beeld hoe zo’n kasteel Japanse versie er uit zag en met de bloeiende Japanse Kers levert het mooie plaatjes op, die alweer een flinke duit doet in de zak die al gevuld is met zoveel indrukken. Zoveel indrukken dat de vermoeidheid toch echt begint toe te slaan en besluiten om met de metro terug te gaan naar ons hotel en, alhoewel de noedels ons nog steeds niks zeggen, begrijpen we het systeem al wel en als we andere toeristen op weg weten te helpen in de metro hier voelen we ons behoorlijke wereldburgers, die voor het power-napje een verdiend eerste vakantiebiertje drinken om te proosten op een geweldig verlopen reis en eerste halve dag hier in het land waar de zon begint.
En meestal eindigen dit soort eerste dag verhalen hier; want of we verslapen ons of er valt niet zo heel veel te vertellen van zo’n eerste avond na een vermoeiende reisdag. Maar in dit geval is niets minder waar, want we verslapen niet en we voelen ons heel fit na twee uurtjes rust. Niet zo heel gek natuurlijk, want ons bioritme verteld ons dat het midden op de dag is terwijl hier de avond is begonnen en Osaka lijkt te ontwaken in al z’n vrolijke vreemdheid.
Want het is vrolijk. Overal komen kermisachtige geluiden vandaan en gecombineerd met allerlei kleuren van ouder- en nieuwerwetse reclameschermen lijken de nauwe straten van Osaka voor ons westerlingen misschien wel het meest op een kermis. Na een flinke wandeling door de uitgaansbuurt Shinsaibashi (心斎橋); een wijk die is gevuld met de grote flagstores van grote merken, maar ook gevuld is met hele kleine winkeltjes en eetgelegenheden nemen we op goed geluk de keuze om bij een sate restaurant te gaan eten. Een meer dan gelukkige keuze want het eten en de atmosfeer is geweldig en de koks maken er een klein showtje van hoe zij de 50-tal verschillende sateetjes vers weten te bereiden terwijl wij aan een biertje zitten al wachtend op de volgende stok. En het is zo lekker dat we ons niet druk maken om de kookluchten die samen met de sigarettenlucht (niet van ons!) tot diep in de kern van alle vezels zijn getrokken van al onze kledingstukken.
Na deze culinaire en culturele ervaring zijn we Shinsaibashi verder gaan ontdekken om tot de conclusie te komen dat de in Nederland wat negatief klinkende term “5 hoog achter” hier in Japan kan betekenen de toegang tot een geweldige bar of eetgelegenheid. Want geen enkele plek wordt hier ongemoeid gelaten en vaak zitten kleine juweeltjes van barren op de vijfde verdieping van een flatje waar je van buiten niet kan zien dat het bar is laat staan een hele drukke bar, waarbij moet worden opgemerkt dat het woord juweeltjes en niet juwelen volledig op z’n plaats is want als er meer dan 10 man is dan is het druk, heel erg druk.
Maar na het bezoek van een aantal van deze minder schijnende en zeer schijnende kostbaarheden beginnen de hersenen gevuld door alle indrukken haar scherpte te verliezen en besluiten we op het moment dat hier alweer woensdag is om de ogen te sluiten om hernieuwde energie op te doen voor onze tweede dag hier. Maar voordat ik de ogen sluit maak ik me toch een beetje druk om al die indrukken en vooral hoe ik ze moet en kan verwoorden, want alleen al over de dag van vandaag ben ik de helft al bewust vergeten te melden….
Mannen wat een prachtig verhaal wat mooi geschreven lijkt wel in boekvorm en als ik het lees ben ik in het verhaal ook daar zo mooie geschreven top