Terwijl we Olympic National Park zojuist achter ons hebben gelaten onderweg naar haar naamgenoot Olympia de hoofdstad van de staat Washington doe ik weer de zogenaamde “1 uur competitie”, oftewel schrijf de blog van gisteren binnen het uur. Zo heel af en toe schrijf ik me weer in voor die competitie want de dag die ik nu ga beschrijven is er zo een waar ik me helemaal kan ingraven en drie uur later nog niet klaar ben. Let wel dit is goed nieuws hoor, want het is weer een van die zeldzame top dagen… Dagen die je nooit vergeet en zo heel af en toe kippenvel momenten vertoont.
Blijkbaar is extreem vroeg het nieuwe wakker worden, want alweer staarden we met grote ogen naar elkaar zo rond een uur of half zes en na nog een half uur doezelen besluiten we de horizontale positie in te ruilen voor de verticale positie om te douchen, stevig te ontbijten en ons gereed te maken voor een dag in Olympic National Park. En dat gereedmaken is zeker geen sinicure. Waar we vroeger nog met een sigaret in de mond, door de sneeuw banjerde met onze all-stars heeft dit plaatsgemaakt voor rugtassen met waterzakken, proviand in de vorm van energie barren, bergschoenen en tegenwoordig ook aangepaste kleding. Functioneel, met allerlei handige opbergvakken voor zakmessen en bear spray cannen maar natuurlijk ook modieus en afkledend (en nee we zijn niet zo’n setje dat matching setjes aan kleding heeft gekocht).
En zo zaten we al vroeg in de auto om te ontdekken dat het een stuk helderder is dan gisteren en we nu pas zien dat de bergtoppen vrijwel allemaal besneeuwd zijn. Onze bestemming vandaag is Hurricane Ridge om daar twee flinke wandelingen te maken. En flinke wandelingen kan je maken in dit Nationale park, want het heeft olympische afmetingen. Het is net zo groot als Rhode Island; de kleinste van de 50 wat ongeveer net zo groot is als de provincie Noord Holland. Wat Olympic National Park zo bijzonder maakt is de diversiteit, maar daar zal ik het morgen over hebben. Voor nu hebben we onze zinnen gezet op de bergkammen op Hurricane Hill en na een uur rijden bereiken we het visitor centre en trekken we bepakt en bezakt erop uit om vrijwel meteen vast te stellen dat het hier qua mensen rustig is waardoor het qua “wildlife” behoorlijk druk is, want al snel worden we door allerlei herten opgewacht, die ons op redelijke afstand bekijken. Overigens is het voor mensen strafbaar om dichterbij dan 50 yard (ongeveer 50 meter) wildlife te naderen, maar deze herten lappen deze regel vrijwel constant aan hun laars.
Al snel merken we dat onze kuiten en longen nog niet helemaal gewend zijn aan de bergachtige omgeving maar we slaan ons er door heen om geweldige vergezichten te ervaren met wel als hoogtepunt de bergtoppen rondom Mount Olympus; het hoogste punt in dit park. Niet alleen de vergezichten krijgen de aandacht maar ook geven we de lager gelegen omgeving goed de aandacht met onze ogen, want we willen geen wildlife missen en voorkomen dat we oog in oog komen met de bruine beer. Terwijl we ruim een uur verder zijn en hoger en hoger wandelen merken we toch opeens dat er naar ons wordt gekeken… Je herkent dat gevoel wel alsof je wordt bespied maar je weet niet door wie. Maar als we verder klimmen zien we ineens wat dat gevoel teweeg bracht want ineens staat een marmot rechtop om zijn maatjes te alarmeren door als een hooligan te gaan fluiten waardoor ineens veel meer van die 30 cm grote wezens uit het gras opduiken en vervolgens weg te rennen naar hun holen. Deze Olympic Marmots komen alleen hier voor en zijn helaas met uitsterven bedreigd waardoor het bijzonder is dat we deze harige wezentjes hebben kunnen zien en vastleggen.
Na bijna anderhalve uur bereiken we de top van deze bergrug waardoor we aan de ene kant de besneeuwde bergtoppen zien en de andere kant opkijkend zien we Port Angeles, Vancouver Island en de grote oceaan… Geweldig! Na een kwartiertje te hebben genoten van het uitzicht lopen we weer terug om halverwege even te stoppen om daar de vallei in te turen want daar was door mede-wandelaars op grote afstand een beer waargenomen en dat wilde wij natuurlijk ook zien. En terwijl we minutenlang stilletjes de vallei in turen hebben we niet in de gaten dat achter ons…. je raadt het al…. Een hert ons heeft genaderd die zich zeer zeker niet aan de 50 yard regel heeft gehouden en we schrikken er behoorlijk van.
Terug bij de auto besluiten we om nog een hiken te gaan doen; de Kahhahn trail. Alhoewel minder mooi visueel blijkt het een inspannende wandeling die veel vergde van onze kuiten en het evenwichtsorgaan want grote gedeeltes was nog besneeuwd. Dankzij de hiking polls ging het allemaal veel beter dan Mt Whitney twee jaar geleden, maar uiteindelijk was het een besneeuwde heuvel die ons eindpunt markeerde van deze tocht. Er af gaan zou wel lukken, de zwaartekracht doet immers z’n werk wel, maar we zagen het niet zitten om de steile heuvel weer te beklimmen en daarom zijn we maar weer terug naar de auto geploeterd. Om daar uiteindelijk rondom half drie terug te rijden naar het hotel terwijl onze spieren en kuiten met weemoed terug verlangen naar de tijd dat we Nationale Parken vanuit de auto bekeken.
Eenmaal thuis besluiten we niet toe te geven aan de moeheid en jet-lag en gaan de lokale kroeg in om de ergste dorst te lessen en het verhaal van de dag van gisteren vast te leggen. Ruim twee uur later besluiten we weer om niet te gaan liggen maar ons op te frissen om te gaan eten bij Bella Italia om daar vast te stellen dat de tripadvisor rating niet helemaal overeenkomt met de kwaliteit van het eten…. Minder bella zullen we maar zeggen. Uiteindelijk nemen we nog een afzakkertje in de eerder genoemde kroeg maar de ogen vallen steeds vaker dicht en uiteindelijk sluiten we deze topdag nog ruim voor middernacht af. Iets wat niet vaak gebeurt, het zal wel te maken hebben met de kleine 20 kilometer die we vandaag hebben afgelegd; een olympische prestatie lijkt me.
Het ziet er allemaal weer fantastisch uit! Echt super …..
xxx Mira