De officiële bijnaam van de staat Montana is “The Treasure State” vanwege alle mineralen die hier in de grond zitten, maar veel populairder is de bijnaam “Big Sky Country”. En als we opstaan is die laatste bijnaam toepasselijk, want het is helder, de temperatuur aangenaam en het voelt zo heerlijk fris aan. Vandaag hebben we weer een lange rit voor de boeg en nadat we de Bagel bar hebben genegeerd en ontbijt/lunch hebben gekocht in de supermark tegenover zijn we rond een uur of 10 gaan rijden.
De eerste en vele kilometers zijn over de snelweg richting het westen. Zoals altijd vinden we het heerlijk en de uitzichten zijn magnifiek; heel veel blauwe lucht dat met enige regelmaat geblokkeerd wordt door de Rocky Mountains, waar we met de nodige bochten uiteindelijk dwars door heen rijden om uiteindelijk aan de westkant van dit grote gebergte uit te komen en verder noordwaarts gaan. Zoals jullie misschien al gelezen hebben was dit niet de bedoeling. Het originele plan was om aan de oostzijde noordwaarts te gaan en morgen via “The going to the Sun” weg in Glacier National Park over de Rockies te trekken, maar in Lander werden we er op gewezen dat de route hoogstwaarschijnlijk dicht zou zijn vanwege de sneeuw op de weg. Na een internet check in Jackson bleek dat inderdaad te kloppen en hebben we daar het hotel in het national park afgezegd en hebben we een dag in Whitefish bijgeboekt. Jammer, maar helaas.
De 560 kilometers vliegen om mede dankzij de uitzichten, de laatste 100 Mijl door Indianenreservaat Flathead, waar we bijzondere plekken en plaatsen mooie en eenvoudige namen hebben gekregen van de Indianen, zoals fluisterende bomen (whispering trees) en hongerig paard (hungry horse), maar ook omdat we hevig aan drie verhalen aan ’t schrijven waren. En zo kwamen we rond een uur of vier aan in Whitefish en specifiek The Downtowner Inn ons hotel voor de komende twee dagen. Een hotel dat ons teruggooit in de tijd qua gemak en comfort, wel heel erg basic is en waar we slechts 1 punt hebben om al onze devices op te laden 😀 Maar goed we wisten het van te voren en hebben bewust die keus gemaakt omdat, zoals de naam al doet vermoeden, het enige hotel in downtown Whitefish is.
Nu is downtown wel een heel groot woord. Net als in West Yellowstone zijn het slechts een paar blokken, wel lekker overzichtelijk dat weer wel. We besluiten om het maar eens rustig aan te doen deze middag en dat betekent niet zo zeer slapen, maar meer van rustig de blogs en foto’s die zo juist geschreven uploaden onder het genot van een biertje.
Daar waar we het biertje hebben gedronken hebben we later op de avond niet onaardig gegeten en zijn we van daaruit downtown gaan verkennen. Vanaf een rooftop bar hebben de zon zien onder gaan en naarmate het donkerder werd en kouder werd zagen we het aantal bewakingsmensen in de bar toenemen, wat wel aangeeft wat de sfeer zou worden. We hebben al wel eens eerder opgemerkt dat hoe ruiger de omgeving, hoe ruiger het leven is en hoe ruiger de mensen zijn. Daar is Whitefish en haar inwoners wel het grootste voorbeeld van tot nu toe. Want de boerenpummels hier hebben meestal een paar taptoes teveel en dat geldt hetzelfde voor de drankconsumptie. Toch vinden we een bar waar het allemaal wat beter is en daar blijven we de rest van de avond ook maar. Het is immers een zaterdagavond, maar ondanks dat het dat is wordt het zeker niet al te laat, want morgen gaan we naar Glacier en daar willen we natuurlijk niet al te laat, maar ook fit aankomen.
Helaas, helaas, geen foto’s van deze dag…