Vandaag is onze eerste rustdag na New Orleans, maar de regelmatig terugkerende lezer weet dat wij alles uit onze vakantie willen halen dus zaten we rond een uur of half tien al weer braaf aan het ontbijt in ons prima hotelletje. Het regent vanochtend, hetgeen iedereen, inclusief wijzelf, van harte verwelkomen. Het betekent dat we wat lagere temperaturen krijgen. Voor ons betekent het wel dat we in eerste instantie een binnenactiviteit moeten vinden en dat vinden we in het Nelson museum.
Het museum staat zeer goed aangeschreven en herbergt kunst uit het verre verleden en de tegenwoordige tijd, maar ook een tijdelijke tentoonstelling over Monet en specifiek zijn schilderij “de waterlelies”. Het blijkt zelfs een behoorlijk unieke tentoonstelling, want het zijn eigenlijk 3 schilderijen, die naadloos op elkaar aansluiten en nu voor het eerst weer zijn samengevoegd zoals de meester het had gewild en bedoeld heeft. Helaas mochten we geen foto’s maken, dus je zal ons op ons woord moeten geloven.
Gelukkig mochten we van de rest wel foto’s maken, althans volgens de echte suppoost, want de suppoost waar Robert het eerst aan vroeg bleek een model, die deel uitmaakte van de pop-art collectie van het museum. Ach, waarschijnlijk moet je er bij zijn geweest, maar wij moesten er hartelijk om lachen. En zo hebben we de hele ochtend door gebracht in een museum wat absoluut de moeite waard bleek te zijn. Na een vlotte lunch verlieten we het museum en reden we naar downtown Kansas City in de zon, want het weer was ondertussen behoorlijk opgeklaard.
In het centrum hebben we de River Market bezocht, waar niets te doen was, en Union Station, een indrukwekkend gebouw wat tegenwoordig niet alleen de passagiers herbergt, maar ook tentoonstellingen en restaurants.
Omdat het nog maar drie uur was besloten we naar het stadje Independence te rijden. Het stadje is opgeslokt door het grote Kansas City, maar heeft wel zijn authentieke karakter kunnen bewaren en daar zal een van z’n inwoners, President Truman, erg blij mee zijn geweest. Robert kon het niet nog een keer opbrengen om een groot presidentiële ode aan zich voorbij te laten trekken, dus hebben we het museum maar niet bezocht, maar hebben we wel even z’n woonhuis bewonderd.
Het was onderhand tijd geworden om terug te gaan naar ons hotel en via de wirwar aan snelwegknooppunten kwamen we daar dan ook een half uurtje later aan, om ons vervolgens, alweer, bloot te stellen aan de goodies van de fruitwinkel. Het blijft leuk om er rond te lopen, maar het is een rare gewaarwording om er iets te kopen wat niet voor jezelf is.
Na de wonton snack zijn we weer gaan rusten om rond een uur of negen te gaan eten. Kansas City is de barbecue hoofdstad van de wereld en wie zijn wij om er ons niet aan over te geven. Hadden we het maar niet gedaan, want op het moment van dit schrijven, twee dagen later, ben ik nog aan het herkauwen. We wilden er een gezellige avond van maken, dus namen we ook maar een voorgerechtje. Althans, dat verzekerde de ober ons, maar toen het voorgeschoteld werd bleek dat voor Nederlandse begrippen een voor-, hoofd- en nagerecht tegelijk. Dat voorspelde weinig goeds voor het hoofdgerecht en ja hoor, we kregen een halve big aan spare ribs voorgeschoteld en daar verging de honger. Met z’n tweeën hebben we ongeveer een kwart weten weg te eten en ik dien daarbij wel te vermelden dat het wel erg lekker was. Op de vraag of we een nagerecht wilden hebben waren we eensluidend en duidelijk in; NEE.
De verdere avond hebben we ons prima vermaakt in deze ontzettend leuke stad.
Hier kan je de foto’s van vandaag zien, die geselecteerd zijn door Robert, omdat hij degene van gisteren maar saai vond.