Het Aloft hotel is heerlijk en we hebben geweldig geslapen en na ons ontbijt, de koffers gepakt en geladen in The Benz en een meevaller van bijna 50 Euro omdat de automaat van de parkeergarage het niet doet vertrekken we uit een druilerig München op weg naar Oostenrijk, maar niet voordat we in Duitsland nog een vignet halen a 10 Euro, alleen om het land door te steken. Want Oostenrijk is niet het doel van vandaag, nee vandaag gaan we, sinds 15 jaar, weer doorbrengen in La Bella Italia en we hebben er zin in.
Ondanks dat ik prima geslapen heb vannacht, blijkt het toch niet voldoende om al die geweldige verjaardag indrukken te hebben verwerkt en daarom besluiten we dat Robert samen met The Benz het werk mag en gaat doen. Gelukkig wordt het weer beter zodra we Oostenrijk in rijden, maar de snelheid wordt er bijzonder uitgehaald, door een zeer vervelend ogend ongeluk nabij Innsbruck, waarna wij hebben afgeklopt op alles wat we van hout hebben kunnen vinden in de auto.
Maan na Innsbruck slechten we de rest van Oostenrijk in 30 minuten en rijden we de landsgrens over naar Italië via de Brennerpas. Niet dat we dat op het oog merken, behalve dat we het blauwe vierkante bord met de 12 gouden sterren en in het midden het woord Italia zijn gepasseerd, want het gebied wat wij inrijden is ook wel genaamd zuid Tirol en de omgeving en huizen zien er niet veel anders uit dan Oostenrijk en het zuiden van Duitsland. Wat ook anders is, zijn de muziekzenders, want na een leuk nummer op de radio krijg je een, voor ons onverstaanbare brei van spaghetti gezwets over je uitgestort via de luidsprekers. Jeutje, wat kunnen de Italianen oeverloos kwaken zeg.
En dan zijn nog maar 125 kilometer van onze eindbestemming verwijderd, maar die gaat maar 25 kilometer over de snelweg en de rest doen we dalend, stijgend en al slingerend door de vele passen en bergen van de Dolomieten. En het ziet er veel belovend uit en, SPOILER ALERT, op het moment van dat ik dit schrijf weten we dat het meer dan veelbelovend is.
Zo rond een uur of drie komen we aan in Cortina d’Ampezza en ons hotel Umbra. Na de gebruikelijke registraties en COVID checks mogen we onze kamer op, waar ik instort en een paar uurtjes slaap inhaal, terwijl Robert het dorpje verkent. Zo rond een uur of half zes zijn we weer verenigd en drinken we uiteraard een biertje of twee om ons gereed te maken voor de avond.
Een avond die in het teken staat van een bezoek aan de gezelligste wijnbar ooit, die handig naast ons hotel ligt, de beste Pizza die we in lange tijd hebben gehad bij Il Ponte; zo’n restaurant wat gezellig is aangelicht met TL buizen, maar we kwamen voor de pizza! En uiteindelijk weer terug naar de wijnbar, waar ze ook een prima biertje schenken. Maar, zoals ik gisteren schreef, is het wel Experience +1, maar dat betekent nog niet dat de behoefte aan slaap is verminderd, zo oud zijn we immers nog niet. Dus ruim voor 12 uur proberen we de ogen sluiten, waarbij die handig gelegen wijnbar naast ons hotel, toch weer niet zo handig blijkt te zijn.
Heel leuk weer om te volgen. Veel plezier beiden, veilige kilometers gewenst