Na een heerlijke nachtrust in onze twee grote bedden stonden we rond een uur of half negen op in ons, kleinere versie van Center Parcs, hotel. Het ontbijt was traditioneel Amerikaans; donuts dus, niet de beste ondergrond voor de komende tocht.
Ik kan nu een heel lang verhaal schrijven over onze autorit van Casper naar Cody door Wyoming, maar dat zou heel vervelend worden. Vervelend omdat het landschap domweg zeer eentonig is; een groen heuvellandschap. Alhoewel je 75 mile/uur rijdt, lijkt het langzamer te gaan want de omgeving veranderd niet. Dus tot zo ver de autorit.
Rond een uur of 3 kwamen we aan in Cody, onze springplank voor Yellowstone National Park morgen. Cody is de thuishaven geweest van Buffalo Bill en dat laten ze merken ook. Je kan geen kwart mile rijden of er is weer een verwijzing naar deze legendarische figuur en ze hebben maar liefst 5 musea aan deze persoon en z’n daden gewijd. Nadat we zijn ingecheckt in ons niet al te beste hotel, zijn we op stap gegaan. Via het internet hadden we al begrepen dat er een Indianenfestival aan de gang was. Het festival vond niet ver plaats van ons hotel en na een korte wandeling kwamen de vrolijk gekleurde Indianen ons tegemoet.
De Pow-wow Indianen hadden er 10-tallen kraampjes, met allemaal dezelfde snuisterijen te koop, maar ook werd er een onderlinge danscompetitie georganiseerd. Het was aardig om te zien en daar houdt het dan ook mee op. Na een uurtje zijn we het dorpje verder gaan verkennen.
De verwijzingen naar Buffalo Bill blijven je tegemoet komen; hier z’n eerste schietpartij, daar z’n eerste huis en verderop z’n eerste scheet. Daar waar hij z’n eerste biertje heeft gedronken hebben wij ook maar een biertje gedronken. Je kan merken dat dit echt het Wilde Westen was en alhoewel we al weer ruim 150 jaar verder zijn lijkt, het gedrag van de mensen niet veel verbeterd. Dit is het type ruwe bolsters, blanke pit en daar pas ik als toerist, die zijn kleding toch enigszins op elkaar afstemt, niet helemaal tussen en zo voelde ik het ook. Ook in een andere bar was het niet veel beter, dus hebben we maar besloten om ergens te gaan eten. Een beetje vroeg, maar vanavond gaan we weer naar de rodeo. Want Cody is blijkbaar ook de wereld hoofdstad van de rodeo, net als Casper.
Met een heel fout toeristenbusje, met een chauffeur die denkt dat ie grappig is, werden we opgehaald bij het hotel. Na het gebed en het volkslied konden we van start gaan. De rodeo was aardig, maar zeker lang niet zo leuk als die van gisteren. Er was niet echt een wedstrijdelement, wat bleek uit de behaalde tijden en punten.
Wel aardig was de elementen voor de kinderen, zoals barrel racen. Na een staande ovatie voor alle aanwezige veteranen (de Amerikanen zijn wel een trots volk, dat kan ik wel weer waarderen) werden alle kinderen in de open lucht arena geroepen en die mochten proberen een 2 linten te pakken, die vastzaten aan twee kalfjes. Let wel, dit waren niet een paar kinderen, het waren er meer dan 100 (blijkbaar hebben de Amerikanen veel tijd over ’s nachts, want zo druk was het nou ook weer niet). Dus 100 van die gillende kinderen als gekken op die kalfjes af. Op zo’n moment heb ik altijd de neiging om de zaken om te draaien; Er stonden namelijk al een stuk of 6 stieren klaar voor het laatste onderdeel, bull riding. De rest kan je zelf wel invullen.
Na afloop van de rodeo waren we behoorlijk verkleumd en gingen we met hetzelfde foute busje terug naar het hotel. De boerenpummels in het dorpje hebben we met rustgelaten en zijn dan ook in het hotel gebleven. Na de laatste Harry Potter op TV te hebben gezien zijn we gaan slapen.
En zo verbaas ik mezelf toch weer dat ik zo’n lang verhaal heb kunnen schrijven over een relatief saaie en rustige dag.